Deze versie vervangt het beleidsboek waardering zelfstandige woonruimte van 1 juli 2025. In het beleidsboek per 1 januari 2026 is de inhoud grotendeels herschreven in meer toegankelijke en begrijpelijke taal, zodat de informatie eenvoudiger te gebruiken is. Ter ondersteuning van de leesbaarheid en het inzicht in de procedures zijn stroomdiagrammen toegevoegd die de verschillende processen visueel verduidelijken. Daarnaast bevat deze versie nieuwe praktijkvoorbeelden die de toepassing van de informatie concreet illustreren. Ook zijn alle bedragen en kengetallen gewijzigd in lijn met het Bhw (per 1 januari 2026).

Versiebeheer

Publicatiedatum 1 januari 2026

Aanpassingen

Hoewel de redactionele aanpassingen leiden tot een duidelijker en vollediger document, brengen zij geen inhoudelijke beleidswijzigingen met zich mee. De enige uitzondering betreft een aanscherping van de definitie van middenhuur onder hoofdstuk 1.3.1. De vorige versie van dit beleidsboek was per abuis hierin niet volledig. Alle overige wijzigingen hebben uitsluitend betrekking op taalgebruik, structuur, lay-out en verduidelijking, zonder dat daarmee de uitvoeringspraktijk verandert.

Publicatiedatum 1 juli 2025

Aanpassingen

Deze versie vervangt het beleidsboek van 1 januari 2025.

Het beleidsboek is op de onderstaande punten gewijzigd:

  • Algemeen
    • De bedragen in de voorbeelden zijn aangepast naar de bedragen die corresponderen met peildatum 1 januari 2025.
  • Versiebeheer
    • De toelichting op het versiebeheer is aangepast naar dit overzicht, teneinde de wijzigingen beter inzichtelijk te maken.
  • Voorwoord
    • De datum in het voorwoord is gewijzigd naar de datum van vaststellen van onderhavige versie van het beleidsboek.
  • Hoofdstuk 2
    • In paragraaf 2.1 is de maximale huurprijs bij 115 punten aangepast naar € 714,57 conform de maximale huurprijsgrenzen per 1 januari 2025. De peildatum is hierbij aansluitend gewijzigd.
    • In paragraaf 2.2 is de tekst gepast gemaakt bij de concrete werkwijze van de Huurcommissie door bijstelling naar ‘de voor de procedure relevante peildatum’. De huurprijs bij aanvang is immers niet altijd leidend.
    • In paragraaf 2 is een verwijzing toegevoegd naar de uitgebreidere toelichting in hoofdstuk 4 over de handelswijze van de Huurcommissie rondom het overgangsjaar bij onterecht geliberaliseerde contracten bij verzoeken tot huurverlaging op grond van punten.
    • De definitie van zelfstandige woonruimte is nader toegelicht en ter verduidelijking is toegevoegd welke stappen c.q. richtlijnen de Huurcommissie hanteert bij de beoordeling van de kwalificatie van een woonruimte.
  • Hoofdstuk 3
    • In Rubriek 4 (energieprestatie), paragraaf 4.2 wordt de alinea omtrent het overgangsrecht verwijderd. Dit overgangsrecht liep tot 1 januari 2025. In de nu actieve versie was de tekst behouden, onder toevoeging van de opmerking dat het is komen te vervallen. Een bewuste keuze om te benadrukken dat het verviel. Inmiddels kan dit er daadwerkelijk uit.
    • Voorts is in rubriek 4, paragraaf 4.3 benadrukt dat het bepalen van de waardering voor de energieprestatie uitsluitend kan op de wijze als voorgeschreven in het Bhw en uitgewerkt in deze rubriek.
    • In Rubriek 6 is, ter verduidelijking, opgenomen dat een ruimte niet als vertrek of overige ruimte hoeft te kwalificeren om de toilet wél voor waardering in aanmerking te laten komen.
    • Duidelijkheidshalve is in Rubriek 8, paragraaf 8.4 toegevoegd dat een loggia altijd wordt gewaardeerd als buitenruimte.
    • Aan Rubriek 11 is, vergelijkbaar aan voornoemde toevoeging bij Rubriek 4, opgenomen dat de in deze rubriek geduide waardebepaling de enige geldige manier is om tot punten voor de WOZ-waarde te komen. Alternatieve bepalingsmethoden zijn niet meer toegestaan.
  • Hoofdstuk 4
    • Nader toegelicht is hoe de Huurcommissie handelt in de procedure tot huurverlaging op grond van punten, waarbij het overgangsjaar voor onterecht geliberaliseerde huurovereenkomsten een rol speelt.
Volgende