Na de uitspraak

Een procedure bij de Huurcommissie kan leiden tot:

  • een uitspraak van de voorzitter;
  • een uitspraak van de commissie op verzet tegen die voorzittersuitspraak;
  • een 'gewone' uitspraak van de commissie (dus niet op verzet). 

Voor deze 3 soorten uitspraken zijn er verschillende mogelijkheden als u het niet met de uitspraak eens bent.

  1. Bent u het niet eens met de uitspraak van de voorzitter?

U kunt altijd in verzet gaan bij de Huurcommissie. Dat moet u doen binnen 3 weken ná de datum waarop de uitspraak aan u is verzonden. De verzenddatum vindt u in de uitspraak. Log in op MijnHuurcommissie en vul het verzetformulier in. Meld al uw bezwaren tegen de voorzittersuitspraak in het formulier. Want de De Huurcommissie beoordeelt alleen de bezwaren die u heeft doorgegeven in dit formulier. Vul het formulier daarom volledig in. De Huurcommissie behandelt dan het verzet.

Een andere mogelijkheid is een dagvaardingsprocedure te starten bij de kantonrechter. U gaat dan dus niet in verzet bij de Huurcommissie, maar rechtstreeks naar de kantonrechter. De kantonrechter beoordeelt uw zaak dan opnieuw.

Let op: Er zijn kantonrechters die dat toestaan en de zaak in behandeling nemen. Maar er zijn ook kantonrechters die dat niet toestaan en de zaak niet in behandeling nemen. Het wachten is op een beslissing hierover van de Hoge Raad voor meer duidelijkheid.

Meer informatie over hoe u in verzet gaat tegen een voorzittersuitspraak vindt u op de pagina In verzet tegen een voorzittersuitspraak.

  1. Bent u het niet eens met de uitspraak van de commissie op uw verzet?

Heeft u verzet ingediend? En de commissie heeft uitspraak gedaan en u bent het niet eens met de uitspraak van de commissie? Dan kunt u binnen 8 weken na de uitspraak een dagvaardingsprocedure starten bij de kantonrechter. Aan een procedure bij de kantonrechter zijn kosten verbonden.

  1. Bent u het niet eens met de 'gewone' uitspraak van de commissie (dus geen verzetsuitspraak) ?

Ook dan kunt u een dagvaardingsprocedure starten bij de kantonrechter. Aan een procedure bij de kantonrechter zijn kosten verbonden. Vraag zo snel mogelijk bij de kantonrechter binnen hoeveel weken u uw procedure moet starten. 

  1. Ziet u een schrijf- of rekenfout in de uitspraak?

Staat er in de uitspraak een duidelijke schrijf- of een rekenfout? Hieronder een aantal voorbeelden van dit soort fouten: 

Voorbeelden rectificatiefouten
Verschrijving in de huurprijs Verwisseling van partijen in de uitspraak

Bijvoorbeeld € 639 in plaats van € 693, eventueel met toepassing van het onjuiste huurverlagingspercentage. Als de huurprijs onjuist is opgenomen in de uitspraak, klopt vaak ook het bedrag na toepassing van de huurverlaging niet (40% over € 639 is anders dan 40% over € 693).

  1. In de uitspraak kan ten onrechte staan dat het verzet van de huurder gegrond is, maar het verzet van de verhuurder is eigenlijk ongegrond.
  2. Huurder wordt veroordeeld tot betaling van de leges van € 300 en verhuurder krijgt de leges van  € 25 terug. Dit klopt niet, want als een huurder in het ongelijk wordt gesteld, dan moet hij slechts een bedrag van € 25 betalen. Dat bedrag heeft de huurder al betaald als voorschot voordat de uitspraak werd gedaan. Alleen een verhuurder kan worden veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 300. Dit gebeurt als de verhuurder in het ongelijk wordt gesteld.

Dan kunt u de Huurcommissie vragen om de fout te verbeteren. Gebruik hiervoor het formulier 'Fout verbeteren in een uitspraak'.

Belangrijk om te weten: uw vraag om een fout in de uitspraak te verbeteren, betekent niet dat u langer de tijd heeft om in verzet te gaan tegen de uitspraak of naar de kantoorrechter te gaan. Als u het niet eens bent met de inhoud van de uitspraak, vraag dan op tijd aan de Huurcommissie of de kantonrechter om uw zaak opnieuw te beoordelen.