"Wij helpen kleine beleggers om een goede verhuurder te zijn"

Interviews

Particuliere verhuurders zijn goed voor de verhuur van bijna een miljoen woningen in Nederland. Ruim 4000 particuliere eigenaren zijn lid van Vastgoed Belang. Ongeveer de helft van hen verhuurt één of een paar woningen in het gereguleerde domein. Jack de Vries is Voorzitter.   

"De meeste leden zijn geen professionele verhuurder", aldus De Vries. "Winkeliers bijvoorbeeld, die een paar woningen of appartementen verhuren. Of een zelfstandig timmerman die geen pensioen opbouwt maar wel zelf heel goed een appartement kan verbouwen om deze vervolgens te verhuren. Ook hebben we een groep van zo’n veertig grote familiebedrijven die verenigd zijn in het Platform Professioneel Vastgoed. Deze bedrijven ontwikkelen ook woningen en investeren in zakelijk vastgoed en winkels. Zij hebben vaak wel de deskundigen in huis die de regels snappen en de veranderingen bijhouden en kunnen toepassen. Kleine particuliere beleggers hebben die deskundigheid vaak zelf niet. Zij zijn in de eerste plaats winkelier of timmerman. Die groep niet professionele verhuurders kunnen wij goed helpen om een goede verhuurder te zijn, want wij hebben die deskundigheid wel”. 

Eigenaren worden nerveus 

Vastgoed Belang is belangenbehartiger voor een deel van de particuliere vastgoedeigenaren. De Vries: “Helaas zijn er nog heel wat particuliere beleggers die geen lid zijn van een organisatie en misschien ook niet actief op zoek gaan naar de informatie die nodig is om volgens de regels een nette verhuurder te zijn. We merken de laatste tijd zelfs dat het aantal leden wat afneemt. Dat komt omdat sommige eigenaren nerveus worden van alle nieuwe regelgeving en sommigen besluiten om hun bezit te verkopen. Het is nog geen ‘verkoopgolf’, maar het wordt wel meer. Jaarlijks vertrekt ongeveer tien procent. De achtergelaten woning komt lang niet altijd opnieuw in de verhuur. Een flink deel van die woningen is al wat ouder en moet flink worden aangepakt om te voldoen aan moderne eisen, zoals de energie-eisen.  Dat vergt een investering die lang niet altijd meer haalbaar is voor de eigenaar”. 

We willen geen huisjesmelkers 

Het aantal verzoekschriften bij de Huurcommissie is het afgelopen jaar weer flink gestegen. In meerderheid hebben die betrekking op het particuliere deel van de huurmarkt. Dat is opvallend omdat dit niet meer dan zestien procent is van de totale huurmarkt. De Vries: “Ja dat zien wij ook. Misschien komt dat omdat er meer publiciteit is geweest over huisvesting, onder meer omdat de minister behoorlijk actief is. Mensen zien dat hun vaste lasten enorm toenemen en dat hun huurhuis niet goed is geïsoleerd. Ze willen dat de verhuurder daar wat aan doet. Daarnaast moeten verhuurders op de hoogte zijn van de veranderende regelgeving, die ook nog eens behoorlijk ingewikkeld is. Als je dan niet aangesloten bent bij een organisatie als Vastgoed Belang die je kan informeren, wordt het risico op fouten wel groter; onbewust, maar soms ook bewust. Van die laatste groep verhuurders hebben wij last. Daar komt het negatieve beeld van de ‘huisjesmelker' vandaan. Dat bestrijden wij natuurlijk. We hebben de Wet goed verhuurderschap dan ook van harte omarmd”. 

Vastgoed Belang en Huurcommissie: geen tegenstelling 

Leden van Vastgoed Belang hebben toegang tot veel belangrijke informatie. De Vries: “We organiseren regionale bijeenkomsten, die zijn waardevol. Daarnaast houden we regelmatig Webinars om nieuwe ontwikkelingen onder de aandacht te brengen. Veel leden doen daaraan mee. Ook staat onze juridische service klaar en er is veel informatie beschikbaar op het ledenportaal.  

Er is van oudsher goed contact met de Huurcommissie. Enkele leden van Vastgoed Belang zijn ook zittingslid bij de Huurcommissie. Maar we kunnen misschien wel meer samen optrekken. Zo lijkt het mij goed om samen informatiesessies te organiseren om verhuurders te helpen. Bijvoorbeeld over de Wet goed verhuurderschap. Dat kan prima, want de Huurcommissie en Vastgoed Belang hebben geen tegengesteld belang. We willen allebei goede huurders en goede verhuurders én een goed functionerende huurmarkt.”